De onbeantwoorde vraag.
Waar ik, mede op basis van dit nieuwe boek, nog steeds een antwoord op wil vinden is de cruciale vraag of Maria van der Zanden, toen ze met de fiets op weg was naar de kerkdienst die zondagmiddag vlak voor de moord andere personen of iets opvallends gezien heeft of misschien zelfs Christel op haar roze mountainbike heeft zien fietsen. Maria van der Zanden heeft zich echter niet als getuige gemeld.
Na de dwaling en de vrijspraak van de twee van Putten werd er opnieuw een rechercheteam [PUMO] samengesteld om de werkelijke dader[s]. te vinden. Veel tips maar geen oplossing. In 2005 was er nog het Review-team. Ook daar kwam niets uit. Oud-commissaris Blaauw, betrokken bij dat onderzoek, zei toen dat ze misschien nu eens moesten kijken naar de binnengekomen tips en geruchten over een mogelijke seksuele relatie tussen de broer en het slachtoffer. Daar is het nooit meer van gekomen en toen kwam in 2008 de DNA-match die Ron P. tot enige dader bestempelde. De insluiper verdween achter de tralies. Het rechercheteam heeft na de aanhouding van Ron P. in 2008 ook nog onderzoek gedaan naar een mogelijke link tussen de moord op Christel Ambrosius en de verdwijning van Maria van der Zanden. De uitkomst daarvan was negatief.
Over Maria van der Zanden als kroongetuige.
Het antwoord op de door mij hierboven gestelde cruciale vraag kan alleen beantwoord worden als ik Maria van der Zanden als 'kroongetuige' in deze zaak beschouw. Want als Maria bijvoorbeeld de broer van het slachtoffer op die namiddag heeft gezien dan zal ze daar geen melding van gemaakt hebben.
Het rammelende alibi van deze broer en zijn dna-greepsporen op de broek van Christel en zijn in twee stukken gebroken melktandje op de PD sluiten hem niet uit van betrokkenheid. En dan is er nog de anonieme getuige 8064, die in de rechtszaak gehoord is. Een vriend van de broer van het slachtoffer, een domineeszoon uit Ermelo die die middag een afspraak met zijn vriend had, maar die op het laatste moment door de broer werd afgezegd. Deze getuige werd in januari 1994 ook als 'verdachte' beschouwd nadat was vastgesteld dat ook zijn alibi voor die middag nogal wat ongerijmdheden bevatte. Dat was al voor de aanhouding in februari van de vier mannen die tijdens de moord in een groene mercedes waren gezien nabij het boshuisje van oma. Een 'ooggetuige' is een groot risico voor een dader en zou, juist omdat de dader wist dat de aangehouden verdachten het niet gedaan hadden, een 'kroongetuige' kunnen worden als het vonnis in Putten I, gewoon vrijspraak was geweest, omdat het aangetroffen DNA, de spermavlek, niet overeenkwam met het DNA van de twee gearresteerde verdachten. Dat grote risico kan het motief geweest zijn voor Maria's verdwijning. Zij kende niet alleen Christel van een paar jaar lagere school, maar ook haar jongere broer Bas en de familie van der Zanden wist dat de oma van Christel op de Driewegenweg woonde. Dus als Maria op die zaterdag 6 augustus 1994 langs de PD is gefietst en de broer van Christel in de tuin zat of bezig was dan kan daar een ontmoeting hebben plaatsgevonden en kan hij haar hebben uitgenodigd of een praatje gemaakt en haar de tuin ingelokt om er achter te komen of ze iets gezien had, of hoe groot het risico was, ook al had ze hem misschien niet eens herkend bij het kruisen van elkaars wegen die zondagnamiddag van de moord. Het onderzoek in Putten I was nog volop gaande en het proces in voorbereiding. De broer was geen verdachte en zijn DNA-sporen op de broek van Christel en zijn gebroken melktandje op de PD werden pas na de vrijlating van de twee van Putten in 2002 bij nieuw forensisch onderzoek ontdekt. Zijn verklaring over die dna-sporen was dat hij af en toe kleren van zijn zus aantrok. Die verklaring werd toen door de rechercheurs, die hem over die dna-sporen op het politiebureau gehoord hebben voor zoete koek geslikt. Ook later werd dat nog steeds voor waar' aangenomen. In augustus 1994 was de broer de enige bewoner en beheerder van het afgelegen huisje waar zijn zus vermoord werd. Oma was elders ondergebracht. Pas na haar overlijden is zijn moeder daar ook gaan wonen.
De vriend uit Ermelo, de anonieme getuige in het proces, is trouwens overleden. Deze vriend van Bas Ambrosius was ook een ex-liefje van Christel. In het boek is ook een verwijzing naar haar laatste vriendje Yohyon van Zantwijk. Christel had de relatie met hem niet lang voor de moord verbroken, maar hij was ook een vriend van Bas geworden. Voor haar moeder was hij de ideale schoonzoon die niet lang na de moord weer opdook. Uit de stukken blijkt dat zijn vader, die in Garderen woonde al vlak na 18.30u door oom Henk Simon telefonisch op de hoogte is gebracht van de moord op Christel. Oom Henk en zijn vrouw waren belangrijke getuige m.b.t. de tijdlijn en de fietsroute die hun nichtje had gevolgd. Zij woonden aan de Bosrand. Dit familielid en broer van de moeder van Christel speelde een opvallende 'nogal dubieuze' rol in deze zaak, waarover later meer.
Of de twee ex-minnaars passen in het fantasie-scenario van Derksen zal nog moeten blijken. Duidelijk is wel dat het boek van Derksen genoeg aanwijzingen en argumenten bevat om een mogelijk link met de raadselachtige verdwijning van Maria van der Zanden nader te onderzoeken. In het laatste hoofdstuk van zijn boek over de moord op Christel Ambrosius laat de auteur zijn fantasie de vrije loop om, op grond van zijn bevindingen en aangetroffen getuigenverklaringen in het strafdossier, een 'twee-foute-mannen'-scenario te introduceren naast de twee andere door hem gehanteerde scenario's t.w. het hof-scenario en het onschuld-scenario. Derksen acht het waarschijnlijker dat Christel door meerdere daders is gedood dan door één man. In zijn boek schrijft hij: "Dit scenario is natuurlijk een fantasieverhaal, omdat ik de foute mannen niet ken, en niet eens weet of die bestaan. Anderzijds is het wel een scenario met vele 'aanrakingspunten' met de werkelijkheid. Bedenk dat in deze zin het scenario met Ron als moordenaar ook een fantasieverhaal is. Hijzelf is wel bekend, maar zijn connectie met de PD op zondagmiddag is puur hypothetisch. Het hof-scenario is, zoals ik nu zal argumenteren, zelfs een veel groter fantasieverhaal dan het scenario van de twee foute mannen" [blz.129].
Voor diegenen, die geloven of ervan overtuigd zijn dat de veroordeling van Ron P. geen tweede dwaling is of kan zijn, zal het boek van deze filosoof beschouwen als wetenschappelijk witwassen van foute verbeelding op basis van gevonden forensische sporen op het lichaam van Christel. Niet alleen DNA-sporen van Ron P., maar ook van de broer van het slachtoffer. Daarnaast werden er op haar kleding en lichaam ook "haren' van nog 'elf' andere onbekende mannen aangetroffen t.w. Mr. A, B, C, D, E, F, en G, X, Z en Mr.1622. Alleen het slipje was schoon.
Misschien wordt het tijd om nog een vierde meer logisch samenhangend scenario uit de hoed te toveren. Een scenario, waarin Maria van der Zanden de kroongetuige was en op een warme zaterdag in augustus, bijna acht maanden na de moord op Christel Ambrosius langs de Driewegenweg haar noodlot tegemoet fietste. Iemand die ze kende uit het dorp, een directe nabestaande,wiens jongere zus vermoord was. Geen noodlottig toeval, maar een onverwachte ontmoeting met 'de Geslepene' met een gruwelijke afloop.
In Derksen's onderzoek speelt de vastgestelde tijdlijn op basis van alle informatie in het omvangrijke dossier geen rol van betekenis, met uitzondering van de zaterdagavond, om te bewijzen dat 'de Onwetende' tussen 20.30u en 22.30u seks met het slachtoffer had. Vanuit zijn onschuld-scenario is dat nog te begrijpen, maar zijn analyses en getrokken conclusies uit de forensische sporen tonen glashelder aan dat de tijdlijn wel degelijk een zeer cruciale rol speelt in datgene wat zich werkelijk tussen 20.30u op zaterdagavond tot de thuiskomst van oma op zondag 9 januari 1994 heeft afgespeeld. Het was Christel's oma die haar kleindochter rond 18.00u vermoord in de woonkamer aantrof. De meeste aanwijzingen zijn in de honderden 'noten' te vinden. Neem bijv. notitie 326, een verklaring van een getuige op de PD, een ambulancemedewerker die in 2004 opnieuw gehoord werd en o.a. verklaarde: "Toen ik de woonkamer binnen kwam zag ik een vrouw liggen met het hoofd naar de deur, waardoor wij naar binnen gingen. Mijn collega en ik hebben nog even met oma gepraat. Wij wilden weten of het goed met haar ging. Ze zei dat het allemaal goed ging en zij zei tevens: "Het is nu fout gegaan, ze nam het niet zo nauw met mannen". Deze opmerking is mij altijd bij gebleven. Ik kreeg toen gelijk een andere indruk van oma. Ik vond haar koel. Wie zegt nou zoiets over je kleindochter ?" De oma die op de PD al sprak over het minnaar-scenario en het seksueel actieve gedrag van het slachtoffer en foute mannen.
Waarover niet gesproken mag worden.
Ook over de mogelijk logische samenhang van de aangetroffen forensische sporen wordt in het boek nogal verhullend geschreven. De samenhang die zich op de PD toonde, wordt door Derksen bewust gefragmenteerd en geanonimiseerd. Die analytische fragmentatie schept een zelf ontworpen 'stotter-effect' in zijn beschrijvingen als gevolg van een alom heersend taboe dat na Putten I deze zaak volledig heeft beheerst. Dat taboe, (eig.) onschendbaar, wat niet aangeraakt mag worden; ( fig.) iets waarover (volgens de sociale conventie) niet (meer) mag worden gesproken, een voorschrift dus, een verbodsbepaling, was in de eerste dwaling de beruchte "sleeptheorie". Een woord dat sinds Putten I taboe is verklaard. De werkelijke toedracht op de PD en wat eraan voorafging is daardoor volledig getaboeïseerd. Professor Eskes, gynaecoloog en getuige-deskundige in Putten I werd jaren na de veroordeling van de onschuldige Wilco Viets en Herman Dubois benaderd door misdaadjournalist Peter R. de Vries die hem confronteerde met bewijzen dat door 'foute' informatie van de politie en het OM de professor tot een foute conclusie was gekomen over de aangetroffen spermadruppel op het bovenbeen. Na van die nieuwe forensische informatie kennis te hebben genomen heeft de professor zijn eigen 'sleeptheorie' naar het rijk der fabelen verwezen. Later voegde hij er nog aan toe dat niet hij maar het OM de bedenker van de sleeptheorie was. De gerechtelijke dwaling was een feit geworden. In een herzieningsprocedure in 2002 werden de twee van Putten vrijgesproken.
De taboeïsering van het woord 'sleeptheorie' zorgde ervoor dat de spermadruppel van 'oud' zaad weer 'vers' zaad werd en als een daderspoor werd beschouwd. Het minnaar-scenario dat in deze theorie een rol speelde werd afgeserveerd. Het seksverhaal van 'de Onwetende' had in 2008 daarmee geen schijn van kans meer geloofwaardig te worden. De advocaat van 'de Onwetende' weet daar alles van. Vandaar dat hij, als 'oud zaad' aanhanger, zich een roepende in de woestijn voelde als het ging over de onschuld van zijn cliënt na de definitieve veroordeling in 2011. Dat Derksen analytisch wil bewijzen dat het zaad op het bovenbeen geen daderspoor is, maar oud zaad, kan niet los gekoppeld worden van het feit dat de spermadruppel op haar been gewoon een glashelder daderspoor is. De alom heersende taboesfeer zorgde ervoor dat de filosoof zijn fantasie de vrije loop moest laten vanwege aangetroffen forensische DNA-sporen die noch van 'de onwetende' noch van Christel waren. Van feiten maakte hij fictie en dat leidde o.a. dus tot een twee-foute-mannen scenario, een fantasieverhaal over twee personages zonder identiteit maar die wel op de PD moeten zijn geweest. Dat nog steeds overheersende taboe zal in dit verhaal over de verdwenen Maria van der Zanden geschonden en doorbroken worden op grond van herziening van ingebrachte interpretaties in deze langslepende zaak. De beschrijving daarvan zal ook een geheel ander licht werpen op o.a. de op het lichaam aangetroffen forensische sporen en wat er zich verder allemaal afspeelde voorafgaand aan, tijdens en na het plegen van dit misdrijf. Dit scenario is een ander fantasieverhaal, waarin ook aandacht zal worden besteed aan de tijdlijn vanaf zaterdagavond en aan de gedragingen van de dader[s] voorafgaand aan, op de officiële plaats delict op zondagmiddag en de drie uren daarna. Daarnaast zoomen we in op de betrokken forensische getuige-deskundigen en hun 'foute' interpretaties die in de gevoerde processen op slinkse wijze werden witgewassen.
Maar nu eerst even terug in de tijd. Naar 5 december 1995, een artikel, verschenen toen de twee van Putten al veroordeeld waren en Maria van der Zanden al 16 maanden spoorloos was. Het artikel is te vinden in de ' Krant van Toen' waarin twee belangrijke voorvallen beschreven worden t.w. het lintafzetting's-incident bij de PD op die zondagavond na de ontdekking van het misdrijf en de vondst op dinsdag door een buurjongen van de oom van het slachtoffer. Deze jongen vond een riem, hangend in een boom in een bosperceel tegenover oma's huisje. Deze jongen was er door dat familielid op uit gestuurd om daar te gaan zoeken of daar misschien iets kon liggen dat met de moord te maken zou kunnen hebben. Een helderziend familielid blijkbaar die, nadat de jongen zijn vondst aan hem had overhandigd, deze riem, een mogelijk moordwapen, in zijn groene afvalcontainer heeft gelegd. Na enkele dagen heeft hij hem daaruit gehaald en naar de leider van het rechercheteam gebracht. Beoordeeld als 'niet-relevant' werd de riem maanden later vernietigd. Later verklaarde die teamleider dat de politie die riem zelf op het perceel van oma's huis had aangetroffen. Het verhaal van de buurjongen werd familiaire fantasie. Dat zelfde familielid vernietigde dus op zondagavond al banden-en voetsporen op de oprit. Het was daarna niet meer mogelijk afdrukken daarvan te maken. Die oom, een broer van de moeder van het slachtoffer, was zoals al gemeld, ook diegene die Christel langs hun huis aan de Bosrand zag fietsen. Die verklaring van het familielid kwam pas later, want in eerste instantie was het zijn vrouw, die verklaarde dat ze Christel vanuit de woonkamer voorbij had zien fietsen. Daarna beweerde haar man in zijn getuigenverklaring dat niet zijn echtgenote, maar hij zijn nichtje gezien had toen hij in de woonkamer stond. Beiden verklaarden dat Christel in het voorbijgaan nog zwaaide. Of er ook over de roze mountainbike in hun afgelegde verklaringen iets staat wordt nergens duidelijk. Ook de auto met Amerikaans kenteken die op de Bosrand door getuigen werd gezien, zal later in dit verhaal weer opduiken. De bestuurder daarvan kan Yohyon van Zantwijk, de ideale schoonzoon, geweest zijn.
Fantasie die nergens woonde